Het voorjaar vooruit 2022: week 7 1/4 ( 6 maart t/m 14 maart) van Puçol naar huis
16 maart 2022 - Apeldoorn, Nederland
Zondag 6 maart
Vannacht een flinke bak regen gehad maar vanochtend gelukkig droog uit Pucol kunnen vertrekken. Op weg naar de volgende camping maken we een ommetje het binnenland in, naar het dorpje Fanzara, gelegen in het mooie natuurgebied Sierra de Espadan. Onderweg naar Fanzara rijd je door de plaats Onda waar de meeste en grootste keramiekfabrieken van Europa staan.
Tegenwoordig staat Fanzara ook wel bekend als “Miau Fanzara".
Waarbij MIAU staat voor: Museo Inacabado de Arte Urbano (Unfinished Museum of Urban Art).
Het is eigenlijk een soort van openluchtmuseum voor graffiti kunst. In de straten van Fanzara vind je meer dan 150 graffiti kunstwerken van ruim 70 verschillende kunstenaars.
Ontstaan doordat het dorpje in verval raakte en er een stortplaats dreigde te komen voor giftig afval. Maar ook om te laten zien dat kunst niet alleen aan musea behoort maar ook deel kan uitmaken van het dagelijks leven. Het heeft het dorp in ieder geval nieuw leven ingeblazen en het samenleven onder de dorpelingen bevorderd.
Om de zoveel tijd worden de kunstwerken weer vernieuwd en komen er ook weer nieuwe bij. Sinds 2014 wordt er jaarlijks een MIAU-festival georganiseerd waar de kunstenaars samen komen en de muurschilderingen in aantal groeien.
Entree van Fanzara:
Een aantal van de kunstwerken:
Na dit uitstapje vervolgen we onze weg naar Càlig , naar camping Paradis L'Orangeraie, zo'n tien kilometer vanaf de kust. We weten dat we twee regenachtige dagen tegemoet gaan en deze camping sprak het meest aan om die regendagen te overleven. De ASCi gids schrijft namelijk lovend over de camping. Bij aankomst op de camping in Càlig is het inmiddels gaan regenen.
Je kan zien dat het aanvankelijk een kleinschalige camping geweest is, gelegen op een perceel vol olijfbomen en sinaasappelgaarden. De plaatsen zijn allen verschillend van vorm en maat en worden van elkaar gescheiden door hagen van Oleander en andere beplanting. Inmiddels is de camping in Franse handen gevallen en wordt er hard gewerkt om van de ooit kleinschalige botanische camping, een grootschalig resort te maken. Het nieuw aangelegde zwembad, terras en sanitair ziet er goed uit en het is al aan het terrein te zien dat er in de toekomst nog tientallen kampeerplaatsen en chalets bij zullen gaan komen.
Voorlopig trekken wij ons even terug in ons busje om op te drogen en wagen we in de avond een loopje naar het dorp om op zoek te gaan naar het enige restaurant dat het dorp rijk is. Via een QR code kun je de menukaart bekijken wat we veel in Spanje zijn tegen gekomen en wat best handig is omdat je de menukaart dan meteen via Google Translate kunt vertalen. Overigens reikt onze kennis van het Spaanse gastronomische vocabulaire inmiddels wel zover dat vertalingen lang niet altijd meer nodig zijn ;-)
Maandag 7 maart
Nog één regenachtige dag op de camping In Càlig te gaan.
In de namiddag lijkt het zowaar droog te worden en besluiten we een rondwandeling door het dorpje te maken en wat boodschapjes bij de plaatselijke supermarkt te gaan doen.
Smaken verschillen maar de rondwandeling door het dorpje kon ons weinig bekoren.
Er zijn enkele barretjes en één supermarkt en dan heb je het ook wel gehad.
En natuurlijk ziet alles er met regen veel droeviger uit, maar ook als we daar door heen proberen te kijken blijft het een voor ons niet aansprekelijk dorpje.
Dinsdag 8 maart
Na twee dagen is het mooi zat geweest hier in Càlig .
Opbreken en gaan met die banaan.
De keuze m.b.t. een vervolgbestemming is gevallen op een camping in Torredembarra, even ten noorden van Tarragona. Veel campings in deze streek zijn in dit jaargetijde nog gesloten en openen pas in april weer . We zijn nog niet eerder in dit gebied ten noorden van Tarragona geweest en zijn we benieuwd naar wat het te bieden heeft!
Na 140 kilometer en een tussenstop bij een grote Carrefour in Tarragona, arriveren we rond half twee op camping Relax Sol. De receptie is op dat moment gesloten maar we mogen van de beveiliger alvast een plekje op het terrein uitzoeken.
Het betreft een kleinschalige wat verouderde camping aan de N 340 waar veel vaste standplaatsen en chalets zijn. Aan de achterzijde van de camping loopt een spoorbaan.
De gratis wifi blijkt perfect te werken, de 10 amp stroom is meer dan voldoende en het enigszins gedateerde sanitair is schoon voldoet prima.
Hiernaast is er ook nog een restaurant op het camping terrein aanwezig en....................verrassing, aan de achterzijde van camping leidt een poort naar een tunnel onder het spoor door en sta je ineens oog in oog met duingebied en zee!
Die middag maken we een verkenningsrondje per voet via het strand naar de boulevard en trakteren we onszelf op een klein hapje in één van de aan de boulevard gelegen restaurants.
Woensdag 9 maart
Het is niet de mooiste camping en het staan tussen de onbewoonde caravans en chalets doet wat spookachtig aan, maar op de één of andere manier bevalt het Bor (en dus ons) hier prima.
Het geluid van de trein die regelmatig vlak achter de camping voorbij heeft ons totaal niet gestoord. Hiernaast bleken de douches ook nog eens prima in orde te zijn qua straal en temperatuur. Wat wil een kampeerder nog meer?
We beginnen de dag met een strandwandeling met Bella.
Eind van de morgen volgt een wandeling naar het dorp, op zo'n 2 km van afstand van de camping vandaan. We passeren eerst de Mc Donalds en een Lidl die zich op zo'n 500 meter afstand van de camping bevinden. Daarna belanden we in het centrum van Torredembarra wat tot onze verassing een heel leuk plaatsje blijkt te zijn. Vol winkeltjes en terrasjes en met een vriendelijke uitstraling. We hebben de indruk dat het vooral Spanjaarden zijn die de terrasjes bevolken en maar weinig toeristen. Dat zal over enkele maanden vast anders zijn.
En we hebben het druk, want in de middag proberen we het dagmenu van het restaurant op de camping uit wat uitstekend was!
En tegen de avond nog even naar het strand:
Donderdag 10 maart
Omdat het ons hier zo goed bevalt, plakken we nog een extra dagje vast aan ons verblijf in Torredembarra en besluiten een stukje van de Costa Daurada of Costa Dorada (letterlijk "gouden kust") op de fiets te gaan verkennen. Deze kuststreek in de provincie Tarragona loopt van Cunit in het noorden tot aan L'Hospitalet de l'Infant in het zuiden.
We moeten even uitzoeken vanaf welke hoogte we langs de kust kunnen fietsen. Na een klein stukje de N340 naar het het noorden gevolgd te hebben, slaan we bij Creixell af naar de kust. We belanden al gauw op een brede boulevard langs het strand en zijn zodoende verlost van het drukke verkeer op de N340.
Ter hoogte van Platja Llarga begint de "Cami de Ronda" dat vanaf Plaça d' Ermita een prachtig pad van een paar kilometer langs de rotsachtige kust vormt. Het pad eindigt bij Roc de Sant Gaietà, een verrassend pittoresk juweeltje aan de Costa Dorada!
Het blijkt een vissersdorp dat pas in de jaren zeventig gebouwd is. Bij de bouw is gebruik gemaakt van diverse architectonische stijlen en kopieën van verschillende plaatsen en tijdperken in Spanje. Later leest Bor dat bij het cultureel centrum, "Centre Cívic la Roca Foradada" (de entree is een kopie van de Kathedraal van Avila) verschillende tentoonstellingen te bezoeken zijn, waaronder 25 sculpturen en juwelen van Salvador Dalí als permanente tentoonstelling.
Gaan we zeker onthouden voor een volgende keer!
Dan na een kop koffie verder de boulevard over tot we bijna in Calafell zijn.
Verder fietsen durven we niet vanwege de accu's en bewaren ook dat voor een volgende keer maar hebben zo toch een hele mooie indruk van dit stukje kust gekregen.
Op de terugweg nemen we deels dezelfde route die over de Cami de Ronda voert.
Hier hadden we op de heenweg een hondenstrandje zien liggen en gunnen Bel (na al die tijd zo braaf in de hondenkar) nog wel even een duik in de Middellandse zee:
Op de verdere terugweg ontdekken we een pad door natuurgebied Els Muntanyans dat aan de kust ligt en komen uiteindelijk ter hoogte van de Aldi pas weer op de N340 terecht en dan is het nog maar een paar 100 meter voordat we weer op de camping belanden.
Vrijdag 11 maart
Planning is aanvankelijk om vandaag naar Capmany te rijden en daar op de camping nog een laatste overnachting in Spanje te maken. De weersvoorspellingen voor de avond en nacht beloven echter heel wat regen die kant op te sturen waardoor we besluiten om door te rijden naar Frankrijk waar het ter hoogte van Nîmes mogelijk wat beter zou zijn.
In Nîmes houden we halt om een hapje te eten bij een Buffalo Grill waar ze nog altijd voor 8,50 euro menu Hold Up serveren :-). Onder het eten denderen de kerstnummers uit de speakers voorbij. Van "Dreaming of a white Christmas" tot "Let it snow let it snow". De dienstdoende ober kan ons niet verklaren waarom dit het geval is. Maar dat mag de pret ook niet drukken, de vakantie is in ieder geval compleet nu we ook de Buffalo van het lijstje kunnen schrappen ;-)
Na het eten rijden we nog een klein stukje door tot de beoogde camperplaats in Remoulins.
Deze blijkt helaas vol waardoor we overschakelen op plan B; de camperplaats in Pont du Gard, slechts een paar kilometer verderop. Hier blijken nog genoeg vrije plaatsen te zijn waardoor we om kwart voor negen in de regen de donkere camperplaats oprijden die er de volgende dag zo uitziet:
Zaterdag 12 maart
Net zo als we aankwamen in de regen, vertrekken we ook weer in de regen uit Pont du Gard.
Voor vandaag staan er dan ook opnieuw een paar honderd reiskilometers op de planning omdat :
A: we er weinig voor voelen om activiteiten in deze nattigheid te gaan ondernemen
B: het weer naar huis gaan ook steeds meer gaat lonken
Zodoende belanden we een paar honderd kilometer later in op camping Les Portes du Beaujolais in Anse, vlak boven Lyon. Het viel overigens nog best tegen om in het voorseizoen een geopende camping langs de "route du soleil" te vinden. Op het traject van de afgelopen 300 km hadden we de keuze uit een camping iets ten noorden van Valence, twee campings in Lyon en deze huidige camping in Anse. We zijn content met onze keuze. Betreft grote, ruim opgezette camping die het hele jaar open is en vlak bij de snelweg ligt. Het is er rustig en we hebben de plaatsen voor het uitkiezen. Gelukkig is het eindelijk droog geworden en kunnen we nog even buiten zitten voordat de avond valt.
Zondag 13 maart
In de loop van de ochtend gaat het opnieuw regenen en gaat de stal steeds beter ruiken, dus hoppa, nog maar eens een paar honderd kilometer naar het noorden met de geit.
We koersen aan op de camperplaats bij de plezierhaven in Pont-a-Mousson.
Gelukkig is er bij onze aankomst om 14:30 uur nog voldoende plek maar tegen het eind van de middag is het weer volle bak op deze geliefde overnachtingsplaats. De kosten voor een overnachting inclusief stroom en sanitairgebruik zijn 11 euro geworden maar nog altijd zeer schappelijk voor wat deze plaats te bieden heeft.
Door de alsmaar aanhoudende regen voelen we er weinig voor om de bus te verlaten. Alleen voor Bella wagen we ons nog twee keer buiten, en voor een hapje in het haven restaurant. Verder vermaken we ons met Netflix en duiken we er op tijd in voor de laatste etappe die ons morgen te wachten staat.
Maandag 14 maart
Om 9:00 zijn we fris gewassen en gepakt klaar voor vertrek.
En ja, het regent nog steeds :-(
Als troost mag Bor van Bart nog even haar hart in de grote Carrefour in Thionville ophalen (die we trouwens gaan onthouden!) waarna we de grens met Luxemburg passeren.
Bij een van de twee grote tankstations langs de route houden we nog even halt om de dieseltank van de bus bij te vullen. Dat loont zeker in deze tijd van brandstofprijzen die door het dak gaan de moeite. Langs de snelweg in Frankrijk vraagt men tot 2,45 euro voor een liter diesel, hier in Luxemburg kost een liter 1, 67
Via Brussel en Antwerpen arriveren we eind van de middag bij de mammie in het westen van het land om later op de avond weer veilig en wel op camping thuis te arriveren!
We kijken terug op ruim 5000 kilometers en 52 heerlijke dagen weg en zijn dankbaar en blij dat we we tijd van leven hebben gehad om weer zo fijn te hebben kunnen genieten.
Ter besluit nog even een leuk weetje van de website spanjevandaag.com:
Spanje werd in eerste instantie ‘i-saphan-im’ en daarna ‘Hispania’ genoemd.
De Feniciërs die rond de 11e eeuw v.Chr. het Iberisch Schiereiland bereikten, troffen ze daar veel konijnen aan. Omdat zij de dieren erg vonden lijken op de voor hen beter bekende klipdassen, gaven ze de streek de naam ‘i-saphan-im’, het land der klipdassen waarmee ze dus eigenlijk konijnen bedoelden. Deze naam is later door de Romeinen verbasterd tot ‘Hispania’. Eerst werd het konijn door de Romeinen gehouden voor het vlees en de vacht maar later ook als gezelschapsdier. Meerdere munten uit de tijd van de Romeinen hadden afbeeldingen van een dame met een konijn aan haar voeten. De Romeinen introduceerden het dier in het grootste deel van het Romeinse Rijk.
Het konijn dat oorspronkelijk alleen op het Iberisch schiereiland voorkwam, komst dus dankzij (of te wijten aan) de Romeinen nu overal op de wereld waar zandgronden zijn voor. En de naam "Spanje" heeft het land dus te danken aan konijnen!
Weer een goede tijd in Ughelen gewenst.🥰